What’s a psychiatrist doing in computer science? - Nederlands

3 minute read

Published:

Op het zoveelste welkomstevenement van Harvard bereid ik me voor om nog maar eens mijn voorstellingspraatje af te ratelen. Kort samengevat: dat ik een psychiater ben uit België en dat ik nu een jaar lang zal werken als postdoctoraal onderzoeker in computerwetenschappen. Daarna wacht ik angstig af of die ene vraag terugkomt: ‘What’s a psychiatrist doing in computer science?’

OK, het is misschien ongewoon, maar laat mij even uitleggen waarom het voor mij een must is. Computers en het internet zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Ik herinner me nog goed wanneer wij internet in huis haalden: opeens ging er een hele wereld open, ook al was die gevuld met traag ladende sites die elkaar de loef probeerden af te steken met slechte kleurschema’s en rare lettertypes. Intussen zijn we vele jaren verder en heeft artificiële intelligentie (AI) zijn kop opgestoken. Algoritmes kunnen allerlei dingen leren die we hen opdragen, van nummerplaten herkennen tot muziek voorstellen.

Door de jaren heen ben ik gepassioneerd geraakt door AI. Toch was de eerste keer dat ik codeerde verschrikkelijk. Ik voelde me angstig en dacht dat ik het met mijn achtergrond nooit zou kunnen. Maar stapje voor stapje, en error na error, begon het coderen vlotter te gaan en werd het iets wat ik graag doe. Van psychologische taken programmeren tot voorspellingsmodellen maken voor eetgedrag en alcoholgebruik in het dagelijkse leven. AI is namelijk een krak in het voorspellen van menselijk gedrag en ook in het beïnvloeden daarvan. Dit is de reden dat TikTok er zo goed in slaagt je te doen blijven doomscrollen terwijl je zelf niet weet waarom.

En dat is de keerzijde van AI. Algoritmes hebben geen bachelor ethiek gehaald, laat staan een les zedenleer gevolgd. Ze doen blind wat wij hen opleggen, en als je vraagt om de aandacht van gebruikers zoveel mogelijk op te slorpen, dan zullen ze dat doen. Het is dus onze taak om op een verantwoorde manier met AI om te gaan. En daarom is het voor mij een must om dit jaar onderzoek te doen aan het departement computerwetenschappen. Ik werk er aan algoritmes die mensen kunnen helpen om te stoppen met cannabisgebruik of om een dieet makkelijker vol te houden. Stel je voor dat we mensen zouden kunnen volgen in hun dagelijkse leven via een smartphone-app, waarbij een algoritme beslist of er hulp nodig is, en zo ja, welke. Zo zouden we mensen kunnen ondersteunen precies wanneer ze dat het meest nodig hebben, en op een manier die aangepast is aan hun noden.

Samengevat: net zoals computers en het internet niet meer weg te denken zijn uit ons leven, zal AI zich ook snel verankeren in onze wereld. Het heeft een enorm potentieel om mensen verder te helpen, maar alleen als we het in de juiste richting sturen. Nu kunnen we het nog vormgeven, maar als we niets doen, moeten we niet verbaasd zijn dat het zich tot een monster ontpopt.

‘That’s why we need psychiatrists in computer science.’

Leave a Comment